Politieke campagnes worden echt aangepakt als (kwantitatief) wetenschappelijk onderzoek. Door de komst van sociale media is het voor marketeers nu ook veel eenvoudiger. De data ligt (bij wijze van spreken) voor het grijpen. De campagne van Obama in 2012 was op dat vlak een mijlpaal. Het is volgens verschillende bronnen ook de hoofdreden waarom hij toch kon winnen van Mitt Romney. Obama lag in het begin namelijk achter in de peilingen, maar kon toch nog winnen. Hoe was dat mogelijk? Natuurlijk hebben enkele uitschuivers van Romney hier ook mee te maken, maar het data-verhaal is niet te onderschatten. Het team van Obama telde meer dan 100 medewerkers die rond data werkten. Bij Romney kon je ze op jouw twee handen tellen. Een zeer groot verschil dus.
“Money wins elections”
Meer dan ooit speelt geld een belangrijke rol. Het verzamelen en analyseren van data kost veel geld en kennis. De Campagne van Obama in 2012 was de duurste campagne ooit. Zo haalde hij meer dan 1 miljard dollar op. Zijn campagnemanager zei ooit letterlijk in een interview: “Het is aan data dat ik die 1 miljard dollar heb gespendeerd”. Hij zei ook dat het doorgeven van deze kennis de grootste donatie ooit zou zijn in de geschiedenis van de Amerikaanse verkiezingen.
Wat met big data in de Belgische politiek?
De Belgische politiek kent veel verschillen met die van Amerika, zowel institutioneel als op vlak van marketing en communicatie. Toch ben ik ervan overtuigd dat wij er veel baat bij hebben om eens te kijken naar de trends in Amerika. Big data wordt gezien als ’the new big thing’ in politieke communicatie.
Benieuwd naar meer tips omtrent politieke communicatie?
Of eerder interesse in een keynote over online campagne voeren?