Het referentie-effect toont aan hoe wij inschattingen maken op basis van eerder beschikbare informatie. Dat laatste wordt dan ook wel de referentie of het anker genoemd. Een simpel voorbeeld. Als ze aan jou vragen om een koelkast van 10.000 euro te kopen, dan zal je neen zeggen omdat dit wel erg duur lijkt. Als ze dan aan jou vragen of je een koelkast van 150 euro wilt kopen, dan lijkt die koelkast plots erg goedkoop. De 10.000 euro is de referentie waarop je bepaalt of iets duur is en zo lijkt 150 euro wel mee te vallen.
Opvallend is dat de referentie zelfs niet noodzakelijk relevant moet zijn. In de Nederlandse verkiezingen zien wij dit. De brexit en Amerikaanse verkiezingen hadden een anker of referentie gecreëerd dat Geert Wilders zou doorbreken. Ook al zijn de brexit en Amerikaanse verkiezingen eigenlijk niet relevant voor de Nederlandse verkiezingen, toch zorgde het voor een anker in onze hersenen. De PVV werd niet de grootste, maar groeide wel met 5 zetels. Het anker (brexit en Trump) was echter dat extreemrechts gigantisch zou winnen. Dit gebeurde niet. Op basis van het anker is Geert Wilders dus de verliezer en Mark Rutte de winnaar.